Vloeibare grond - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 8 januari 2021
Hoe veroorzaakt snelle klei aardverschuivingen? En kan klimaatverandering dit erger maken?
Vloeibare grond
In de nacht van 30 December werd de grond onder een woonwijk bij Gjerdrum in Noorwegen plotseling onstabiel. Mensen, dieren en huizen werden honderden meters meegesleurd, en tien mensen kwamen hierbij om. Deze vreselijke ramp roept veel vragen op. Waar werd de aardverschuiving door veroorzaakt? Waarom bouwde men een woonwijk in een bekend risicogebied? En moeten we ons zorgen maken dat dit vaker voor zal komen in de toekomst, door klimaatverandering wellicht?
Eerst de onderliggende reden want dit type aardverschuiving is een merkwaardig fenomeen. De ramp in Gjerdrum was namelijk niet een "gewone" aardverschuiving maar een snelle aardverschuiving van klei. Snelle klei komt voor in gebieden die tijdens de laatste ijstijd bedekt waren door gigantische ijskappen, zoals in Rusland, Canada en in Scandinavië. Die ijskappen, wel meer dan een kilometer dik, drukten de bodem zo ver naar beneden dat die onder zeeniveau kwamen te liggen.
De oorzaak van de ramp in Gjerdrum staat nog niet vast, maar aanhoudende regen kan een factor hebben gespeeld
Toen de ijskappen wegsmolten, nam de zee zijn plek weer in, en werden op de nieuw ontstane zeebodems diepe lagen klei afgezet. Tegelijkertijd werd de grond niet meer omlaaggedrukt door het gewicht van de dikke ijskappen en die begon langzaam maar zeker terug te veren. Dat is een heel langzaam proces, maar uiteindelijk rees het land weer boven de zee uit, en kwamen de kleibodems droog te liggen. Dit is ook wat er in Gjerdrum gebeurd is.
Deze geschiedenis gaf de bodem bijzondere eigenschappen, want de klei werd afgezet in zeewater en dat is essentieel om die bij elkaar te houden. Kleideeltjes hebben een negatieve elektrische lading, waardoor ze elkaar afstoten. Zeewater, echter, bevat veel zout, wat bestaat uit zowel positieve en negatieve deeltjes. De positieve deeltjes in het zeewater plakken vast aan de klei waardoor de elektrische lading geneutraliseerd wordt. Op die manier werkt het zout als een soort lijm tussen de kleideeltjes.
Echter, er ontstaan problemen wanneer dit type bodem niet meer zout is. Millennia aan regenval hebben langzaam aan het meeste zout uit de bodem gespoeld, waardoor de lijm die de kleideeltjes aan elkaar hield verzwakt is. Ondertussen is aan het oppervlak een normale bodem boven op de klei gevormd, die helpt om die te stabiliseren, maar waardoor het gevaar ook verborgen is. Vaak weet men pas zeker of zich ergens kvikkleire bevindt als men in de grond geboord heeft. Dit hoeft op zich geen probleem te zijn. Zolang de bodem niet verstoord wordt, is er niks aan de hand. Maar de bodem kan instabiel raken door bijvoorbeeld een aardbeving of hevige regenval.
December was een ongekend grijze en natte maand in Zuid-Noorwegen, waar Gjerdrum ligt. Aanhoudende regen kan als een mogelijke reden worden aangedragen voor de ramp, omdat het erosie versterkt: dat rivieren zich in het landschap ingraven. Wanneer er zoveel regen valt, kan bovendien de bodem zo verzadigd met water worden dat dit nergens anders heen kan dan in de klei. De kleideeltjes kunnen hun samenhang kwijtraken en als het ware in het grondwater drijven, elkaar afstotend door hun negatieve lading. Wat er dan gebeurd is dat de klei zich gedraagd als een dikke soep die makkelijk in beweging kan komen. Maar de oorzaak van de ramp in Gjerdrum staat nog niet vast, en het zal lang duren voor we antwoorden krijgen over wat er echt gebeurd is.
Millennia aan regenval hebben langzaam aan het meeste zout uit de bodem gespoeld
Aarverschuivingen van snelle klei komen overigens relatief vaak voor. Zes maanden geleden vond er een grote aardverschuiving plaats bij Alta in Noord-Noorwegen, waarbij een reeks hutten het fjord in getrokken werden, gelukkig zonder dat er iemand gewond raakte. Op het Youtube-filmpje dat een omstander opnam is goed te zien hoe snel, binnen een paar minuten, de aardverschuiving plaatsvond. Grote rampen zijn ook al eerder voorgekomen, zoals in 1977 in het Zweedse dorpje Tuve, waarbij negen mensen omkwamen en 67 huizen vernietigd werden. Hier werd aanhoudende regen aangewezen als een van de oorzaken.
Als aanhoudende regen dit soort rampen kan veroorzaken, is het logisch om te vragen of ze vaker gaan voorkomen door klimaatverandering. De verwachting is dat dit tot een toename van regen zal leiden in het Noorden, en dan lijkt het aannemelijk dat dit tot meer aardverschuivingen zal leiden.
Maar het is te makkelijk om het klimaat de schuld te geven. Aardverschuivingen door snelle klei zijn een bekend risico, en van de noodlottige wijk in Gjerdrum was het bekend dat er snelle klei in de hoogste gevarenklasse lag. Een lokale hydroloog had van tevoren voor dit gevaar gewaarschuwd. Toch werd die woonwijk aangelegd. De gemeente Gjerdrum beweert alle regels correct gevolgd te hebben, en won advies in bij de juiste instanties. Maar toch: had men niet beter moeten weten? Wellicht zijn dit soort beslissingen te complex geworden om aan lokale overheden toe te vertrouwen, waar de expertise vaak ontbreekt.
De Noorse regering wil nu de regels voor het bouwen op kvikkleire herzien. Dat lijkt mij niet alleen te laat, maar ook te weinig. De bouwtechnische uitdagingen waar we voor staan zijn namelijk groter dan alleen snelle klei. Om een voorbeeld te noemen: waar kunnen we nog veilig langs rivieren bouwen als door klimaatverandering de regen toeneemt en overstromingen vaker voorkomen? Wat Noorwegen nodig heeft is een duidelijk nationaal plan voor het bouwen van woonwijken dat de risicos identificeert van het hele scala aan mogelijke natuurrampen, om op veilige grond te kunnen bouwen.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 8 januari 2021