Wat zegt de plant? - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 12 april 2019
We zijn pas net begonnen om de geheime taal van planten te vertalen.
Wat zegt de plant?
Planten praten niet, dat weet iedereen, toch? Verrassend genoeg klopt dat niet helemaal. Natuurlijk zal je planten nooit met elkaar horen roddelen over de schandalen waar dat ene rebelse struikje om de hoek in verzeild is geraakt, maar ze communiceren wel degelijk met elkaar. Planten kunnen elkaar ‘ruiken’ en op die manier informatie overbrengen. Een geheime taal die zelfs ons klimaat kan beïnvloeden.
Als je het bestaan van deze taal weet, zal de geur van vers gemaaid gras nooit meer hetzelfde zijn: Eigenlijk is het één grote kakofonie, het geschreeuw van al die beschadigde grassprieten – in de vorm van een groep molekulen die we vluchtige organische stoffen noemen – waarmee ze andere planten waarschuwen voor gevaar. De grasmaaier valt moeilijk te ontwijken, maar als bijvoorbeeld een torretje aan een blad begint te knagen, zendt een plant dezelfde stoffen uit. Deze kunnen opgepikt worden door planten in de buurt, waardoor ze hun verdedigingsmechanismes kunnen inzetten. Zo zorgen ze ervoor dat ze minder appetijtelijk zijn voor insecten – en daarmee vermijden ze dat ze opgegeten te worden.
Planten en bomen kunnen over gevaar communiseren via feromon-achtige stoffen. Hier populieren in de herfst. Schilderij: Claude Monet, 1891
Dit klinkt allemaal misschien te fantastisch, en dat was dan ook de reactie van de meeste wetenschappers toen dit enkele decennia geleden gesuggereerd werd. Dat planten vluchtige stoffen uitstootten, was bekend. Waarom ze dat deden was onduidelijker, maar dat de passieve planten communiceerden werd niet voor mogelijk gehouden. Toch was precies dat de conclusie van een Amerikaans onderzoek uit 1983. In die studie werden wilgen onderzocht die aangetast waren door insecten, en hoe ze zich daartegen verdedigden door de samenstelling van hun bladeren te veranderen. Dat werd vergeleken met bladeren van andere wilgen vlakbij en ver weg, waar de insecten nog niet van gegeten hadden.
Het bleek dat de bomen die vlakbij stonden, maar onaangetast waren, dezelfde verandering in hun bladeren lieten zien als de bomen die door de insecten waren aangevallen. De bomen die ver weg stonden lieten geen verandering zien. Er moest dus iets zijn waardoor de onaangetaste boom wist dat zijn buurman een insectenaanval aan het afslaan was, en daardoor ook zijn verdedigingsmechanisme aanzette. De bomen hadden geen contact via de wortels, en de onderzoekers opperden dat feromoon-achtige stoffen (geurstoffen die normaal gesproken afgegeven worden door dieren en waarmee signalen naar soortgenoten gestuurd worden) het antwoord zouden kunnen zijn.
Deze studie werd echter snel neergeschoten door andere, meer toonaangevende wetenschappers. Correlatie (dat twee dingen tegelijkertijd plaatsvinden) is niet hetzelfde als een oorzakelijk verband, en andere factoren konden niet uitgesloten worden. Misschien hadden beide bomen wel een ziekte die de reactie konden verklaren? Het duurde daarom tot het volgende decennium voordat vervolgonderzoeken het mechanisme in een laboratorium bevestigden. Als aangevreten bladeren in een afgesloten ruimte bij een gezonde plant werden gelegd, werd het verdedigingsmechanisme van de plant ingeschakeld.
Planten kunnen elkaar 'ruiken', en op die manier informatie overdragen
Tegenwoordig is het algemeen aanvaard dat planten vluchtige organische stoffen kunnen gebruiken om signalen af te geven. En niet alleen ter verdediging tegen insecten, maar ook om soorten aan te trekken die nodig zijn voor bestuiving. Het is een van de hoofdredenen waarom bloemen zo lekker ruiken. Ook hebben planten een grote invloed op de samenstelling van onze atmosfeer door deze stoffen.
In de laatste jaren richt daarom veel onderzoek zich op een kleine groep vluchtige organische stoffen die veel voorkomen en invloed kunnen hebben op ons klimaat. Deze stoffen kunnen namelijk in de lucht samenklonteren wat uiteindelijk tot de vorming van aerosolen leidt – microscopische deeltjes in de lucht. Deze deeltjes reflecteren niet alleen zonlicht, maar waterdruppels kunnen zich er ook aan vasthechten wat de eigenschappen van wolken kan beïnvloeden. Meer deeltjes maken wolken witter, zodat ze meer zonlicht de ruimte in reflecteren en het kouder wordt – maar er is een grote onzekerheid in hoe groot deze invloed is.
Hoe belangrijk het complexe samenspel tussen planten, aerosolen en wolken precies is voor de opwarming van onze aarde, is nog onzeker. Onze eigen uitstoot van aerosolen (van fossiele brandstoffen) speelt daarbij ook een grote rol. Door al deze processen in klimaatmodellen te stoppen, kunnen we dit beter uitpluizen. We weten al dat planten meer vluchtige organische stoffen uitstoten bij hogere temperaturen. Dat klimaatverandering dus iets gaat veranderen in dat samenspel lijkt zeker.
Alhoewel we nog maar net begonnen zijn met het vertalen van de geheime taal van planten, en veel nog onduidelijk is, hoop ik dat je, nu je dit weet, bij je volgende boswandeling de natuur op een wat andere manier beleeft – en ruikt dat het bos ook wat te zeggen heeft.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 12 april 2019