Het warme noorden - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 27 juli 2018
De noordelijke natuur kan veel banen creëren, mits we die niet eerst vernietigen.
Het warme noorden
Het is tien graden en mistig in Berlevåg wanneer we met Klassekampen’s zomerboot aanleggen. Hier geen gele, uitgedroogde bomen of bosbranden zoals in het Zuiden van het land. Bomen groeien hier niet of nauwelijks. Op onze reis langs de Noord-Noorse kust lijkt de hitte van deze zomer, en de ergste droogte in 70 jaar, een verre herinnering. Maar ook hier zijn de tekenen van klimaatverandering overal zichtbaar, voor wie ze herkent.
Op de toendra zie ik dat de kraaihei, een struikje van slechts enkele centimeter, op vele plekken bruin en grijs is, in plaats van groen. Afgelopen winter was het langs de hele noordkust, en tot op Spitsbergen, zo warm dat het niet sneeuwde maar regende. Waarschijnlijk was dat hier ook zo. Als de kou terugkeert na zo’n regenbui, bevriest de natte sneeuw tot een dikke ijslaag die planten beschadigt. Dat is een probleem dat steeds vaker voorkomt door klimaatverandering, maar er is weinig bekend over hoe de natuur in het noorden hierdoor zal veranderen.
Terug op de Barentszzee is het rustig weer. Toch vindt onder zijn oppervlak een stormachtige verandering plaats. Niet alleen vanwege de koningskrabben, die door de Russen geïntroduceerd zijn en het leven moeilijk maken voor zowel de vissen als de vissers. Nee, een recent onderzoek van een groep onderzoekers uit Tromsø en Bergen liet zien dat de Barentszzee zoveel is opgewarmd, dat deze nu qua eigenschappen meer op de Atlantische dan op de Arctische Oceaan lijkt. Het betekent ook dat veel arctische vissen, en andere dieren, uit dit gebied zullen verdwijnen.
Olie- en gaswinning is niet duurzaam. Deze foto is van Veidnes buiten Honningsvåg, waar Equinor een niewe terminal gepland heeft.
De Barentszzee is een van de eerste plekken in de wereld waar klimaatverandering een omslagpunt heeft bereikt. Maar deze omslag werd pas achteraf geconstateerd. Dat is schrikbarend: Welke andere omslagen staan ons nog te wachten, en zien we die wél op tijd aankomen?
We zijn als een kikker die in een pan met lauw water op een fornuis wordt gezet. Als het water maar langzaam genoeg opwarmt, voelt het koelbloedige dier niet dat de temperatuur verandert. Uiteindelijk is het te laat en wordt het beestje dood gekookt. Althans – dat dacht ik. Deze parabel die vaak gebruikt wordt om de urgentie van klimaatverandering uit te drukken, blijkt een mythe te zijn. Kikkers springen echt wel uit een pan als de temperatuur te hoog wordt.
Dan rest dus de vraag: zijn wij dommer dan een kikker? Hebben wij niet door dat de wereld om ons heen aan het veranderen is? Dit is misschien waar voor sommigen, maar onwaarschijnlijk voor de inwoners van het poolgebied. Daarvoor zijn de veranderingen te groot en te duidelijk. Het zeeijs verdwijnt, sneeuw smelt eerder en valt pas later, gletsjers trekken zich terug en de permafrost ontdooit. Het hoge noorden warmt twee keer zo snel op als de rest van de wereld. Herinner je nog de ondergrens uit het Parijsakkoord van 1.5 graden? Boven de poolcirkel zijn we daar al zo goed als voorbij.
Dan rest ons de vraag: zijn wij dommer dan een kikker?
Ondanks deze duidelijke veranderingen, zijn de lokale zorgen vaak heel anders. Of er wel genoeg goede banen zijn bijvoorbeeld. Veel dorpen in het Noorden, zoals Havøysund, zien mensen wegtrekken naar plekken waar werk makkelijker te vinden is. Deze trend tegengaan is uiteraard de hoogste prioriteit voor de noordelijke gemeentes. Klimaatverandering is een groot, en voor velen ongrijpbaar, probleem, dat niet lokaal opgelost kan worden.
Wat dat betreft is het begrijpelijk dat de gasindustrie in Hammerfest met open armen werd ontvangen. De bedrijvigheid op het eilandje Melkøya zorgde voor banen en bevolkingsgroei, en de stad is er duidelijk op vooruit gegaan. Jammer, echter, dat grofweg 2% van de totale CO₂-uitstoot van Noorwegen van dat ene kleine eilandje komt. En dan is de export van al dat gas nog niet eens meegerekend. De herwonnen welvaart komt tegen een hoge prijs.
In Noord-Noorwegen is het leven hecht verbonden met de natuur. Niet alleen visserij en rendieren; honderdduizenden toeristen uit de hele wereld reizen erheen om van de prachtige landschappen te genieten. Als het snel veranderende klimaat in het poolgebied de natuurlijke balans verstoord, dan merken mensen dat direct in hun inkomen, en kost dat banen.
Olie en gas zijn geen duurzame oplossing voor de economie in het Noorden, noch de rest van het land. Er zijn al meer fossiele brandstoffen in de wereld gevonden dan we nog veilig kunnen verbranden. We moeten binnen 20 jaar van deze grondstoffen af. De prachtige Noorse natuur, echter, kan ook voor toekomstige generaties nog voor een stabiel inkomen zorgen – mits we die natuur niet in de tussentijd verpesten.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 27 juli 2018