Een verloren zaak - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 12 januari 2018
De Noorse klimaatrechtszaak was gedoemd om te mislukken. Maar er is hoop.
Een verloren zaak
Een rechtszaak verliezen is nooit leuk. Maar als dat negatieve gevolgen heeft voor ons milieu, verliezen we allemaal een beetje. Vorige week donderdag verloren Greenpeace en Natur og Ungdom (Natuur en Jeugd) de rechtszaak die ze, met bijstand van Besteforeldrenes klimaaksjon, tegen de staat hadden aangespannen. Zij eisten dat de uitbreiding van olieboringen in de Barentszzee verboden moesten worden omdat dit zou ingaan tegen artikel 112 van de grondwet, ook wel bekend als de klimaatparagraaf.
Een klein lichtpuntje in de uitspraak was dat de rechter voor het eerst vaststelde dat artikel 112 inderdaad recht geeft op een schoon milieu. Wanneer een bepaalde drempel aan milieuschade overschreden wordt, kan de overheid verantwoordelijk worden gesteld om die schade tegen te gaan. Dit oordeel zal ongetwijfeld in andere, toekomstige rechtszaken nog een grote rol spelen.
Als ijs voor de zon: Greenpeace en Natur og Ungdom verloren van de staat in hun klimaatrechtszaak. Het probleem was dat de eisers een te nauwe focus kozen.
Maar daar houdt het goede nieuws op. De rechter vond namelijk dat die drempel niet overschreden was. De klimaatimpact van de oliewinning in de Barentszzee zou niet groot genoeg zijn, want de rechter beschouwde alleen de nationale bijdrage omdat de bulk van de olie wordt geëxporteerd en dan niet meetelt. Bovendien stipte de rechter aan dat de uitstoot van CO₂ in Noorwegen slechts 0.15% van de wereldwijde uitstoot uitmaakt. De olie-industrie weer 28% daarvan. Een vermindering in die uitstoot zou een te klein effect hebben, vond de rechter.
Vanuit een moreel en natuurwetenschappelijk oogpunt is dit bizar. Noorwegen verdient veel geld door de wereld verder te helpen met de vervuiling van onze planeet, en is daardoor medeverantwoordelijk. Elke druppel Noorse olie die opgepompt en in binnen- of buitenland verbrand wordt, komt in onze atmosfeer terecht en draagt bij aan klimaatverandering. Uiteindelijk raakt dit ook ons zelf.
En wat betreft dat lage percentage: per hoofd van de bevolking zitten we ver boven het wereldwijde gemiddelde. Het klopt dat de landelijke uitstoot van India hoger is, maar per persoon is het zes keer lager. Een Indiaas inkomen is tientallen keren lager. Zouden wij dan ongestoord door mogen gaan met olie oppompen, en de rekening bij de derde wereld leggen, simpelweg omdat er meer armen zijn dan welvarende Noren?
En toch: binnen het raamwerk van deze rechtszaak, kan ik de uitspraak van de rechter begrijpen, ook al had ik het klimaat liever aan de winnende kant gezien. In internationale klimaatverdragen valt de olie-export inderdaad niet onder de nationale uitstoot, omdat andere landen zelf verantwoordelijk zijn voor de hoeveelheid gas en olie die ze verbranden. Zo bezien was deze uitspraak niet geheel onverwacht.
Het tegenovergestelde gebeurde in een eerdere klimaatzaak, bijna drie jaar geleden in Nederland. De rechter gaf klimaatorganisatie ‘Urgenda’ er gelijk in dat de Nederlandse overheid niet genoeg deed om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen. De rechter dwong de staat om de broeikasgasuitstoot met 25% te verminderen tegen 2020. Waarom was die zaak wel succesvol, en de Noorse niet? Wat ging er mis?
Waarom was de Nederlandse rechtszaak wel succesvol, en de Noorse niet?
Zelfs al lijken de rechtszaken vergelijkbaar, ze zijn dat niet. In Nederland toetste de rechter of het door de regering afgesproken klimaatbeleid afdoende was om klimaatverandering tegen te gaan, of dat verdere emissiereducties nodig waren. In zijn oordeel stelde hij vast dat de rechterlijke macht een grote terughoudendheid moet hebben om in te grijpen in overheidsbeleid, maar zwaarder woog dat de taak om rechtsbescherming te bieden tegen de staat bij uitstek in zijn domein lag. Hij benadrukte bovendien dat de zaak er niet om ging hoe een verdere reductie van broeikasgassen ingevuld moest worden. Die overweging bleef bij de politiek.
In Noorwegen echter, probeerden de milieuorganisaties de verdere uitbreiding van olie-exploratie in de Barentszzee te verbieden. Een veel directere sturing van overheidsbeleid. Juist door die nauwe focus kon de rechter niet tot een andere uitspraak komen, want de scheiding der machten woog zwaarder. Of Noorwegen wel genoeg doet om klimaatverandering tegen te gaan kon makkelijk buiten beschouwing worden gelaten.
De overheid lijkt wel goede klimaatdoelstellingen te hebben, maar de praktijk laat veel te wensen over. Zo is er sinds 1 januari een nieuwe wet van kracht die stelt dat emissies in 2030 met 40% moeten zijn verminderd. Hierbij wordt voor het gemak vergeten dat een reductie van 30% al in 2020 bereikt zou moeten zijn volgens het Kyotoprotocol. Dat gaat bij lange na niet gehaald worden. De nationale CO₂-uitstoot is in de afgelopen 25 jaar amper verandert, en zal heus niet zomaar met 30% dalen over de komende twee jaar. Een schending van artikel 112 lijkt mij in dit geval veel makkelijker om aan te tonen.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 12 januari 2018