Drie ijskappen - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 28 augustus 2020
Is de ijskap van Groenland voor altijd verloren – of kunnen we het tij nog keren?
Drie ijskappen
Terwijl in Death Valley een temperatuur van 54,4 °C gemeten werd – mogelijk een nieuw wereldrecord – verscheen het nieuws dat de ijskap op Groenland niet meer te redden valt, zelfs als we klimaatverandering een halt toestoppen. De studie verscheen o.a. op CNN op 14 augustus. De ijskap van Groenland bevat genoeg ijs om de zeespiegel met 7 meter te doen stijgen. Zijn laaggelegen landen zoals Nederland, Bangladesh en de eilandstaten in de Stille Oceaan nu bij voorbaat verloren? En loopt het water ook het centrum van Oslo in?
Als we goed naar de studie kijken, dan blijkt dat helemaal nog niet zo zeker te zijn, al ziet de trend er niet goed uit. Groenland is veruit de grootste bron van smeltwater naar de oceanen: een vijfde van de huidige zeespiegelstijging van ruim 3 mm per jaar komt door het smelten van de gletsjers en de ijskap op Groenland. Dat lijkt weinig, maar over de decennia telt dit aardig op. Bovendien neemt dit in hoog tempo toe: vorig jaar smolt er in slechts twee maanden tijd zoveel Groenlands ijs dat het genoeg was om de zeespiegel met ruim 2 mm te doen stijgen. Begin deze eeuw kwam het verlies van het ijs op Groenland ook al in een versnelling, en dat is wat de nieuwe studie onderzocht had.
De geruchten over het einde van de Groenlandse ijskap kunnen overdreven zijn – maar dat betekent niet dat we een stijging van de zeespiegel ontlopen
Als je wil weten hoe snel het ijs op Groenland afneemt, moet je drie dingen uitvogelen: hoeveel sneeuw er op de ijskap valt, hoeveel smeltwater er van de ijskap afloopt, en hoe snel de gletsjers aan de kust afkalven. De onderzoekers in deze studie keken vooral naar het laatste en zagen dat de ijsstroom van gletsjers een stapsgewijze verhoging had laten zien aan het begin van deze eeuw. Ze concludeerden dat die afvoer op een nieuw, versneld niveau gekomen was. Zelfs als de andere twee factoren, sneeuwval en het smelten van de ijskap, naar het niveau van de jaren 80 zouden teruggaan, dan zou Groenland nog steeds ijs verliezen vanwege het snellere tempo van de gletsjers.
Maar zo simpel is het niet. Want zodra de Groenlandse gletsjers zich op het land terugtrekken, staat hun onderkant niet meer in contact met relatief warm water in de fjorden en zullen er geen ijsbergen meer van afkalven. Dan bestaat het rekensommetje alleen nog maar uit het bepalen van de hoeveelheid sneeuw die er valt, en hoeveel smeltwater er afloopt. Als de gletsjers stoppen met afkalven duurt het nog eeuwen, zo niet een millennium, voordat de ruim twee kilometer dikke ijskap weggesmolten is.
Overigens had de nieuwe studie die toekomstige ontwikkeling helemaal niet onderzocht. De onderzoekers hadden alleen het ijsverlies in de laatste decennia bepaalt. De claim dat de Groenlandse ijskap een keerpunt had bereikt – een "point of no return" – stond dan ook alleen in de titel van het iets te enthousiast geschreven persbericht – niet in het wetenschappelijke artikel.
Het is dus te vroeg om vast te stellen dat de het Groenlandse ijs onomkeerbaar verloren zal gaan. Bij succesvol klimaatbeleid is het niet ondenkbaar dat de ijskap op de lange termijn in een nieuw evenwicht terechtkomt. Maar als dit een proces is dat zich over vele eeuwen afspeelt, is het wellicht minder relevant voor ons om te weten of de hele ijskap ooit wegsmelt dan hoeveel zeespiegelstijging we in de komende decennia kunnen verwachten. Daarbij is, gek genoeg, het verdwijnen van een andere ijskap goed nieuws voor Noorwegen.
Als je denkt dat we hier mooi mee wegkomen, dan moet ik je helaas teleurstellen
In de laatste ijstijd, meer dan tienduizend jaar geleden, lag er een dikke ijskap over Scandinavië, precies zoals die op Groenland. Het gewicht van een paar kilometer ijs was genoeg om het oppervlak van de aarde diep in te drukken, en nadat het ijs verdween veerde die weer langzaam omhoog. Dit proces, dat postglaciale heffing heet, verloopt langzaam en over vele millennia. Het gaat nog steeds met enkele millimeters per jaar door. Daardoor stijgt het aardoppervlak in Oslo – vooralsnog – sneller dan de zeespiegel. Mazzel.
In plaatsen aan de kust, zoals Bergen en Kristiansand, gaat deze stijging niet zo snel maar ook daar hoeft men zich over Groenland weinig zorgen te maken. De zeespiegel stijgt niet overal even hard. Per jaar verdwijnt er enkele honderden gigaton ijs van de Groenlandse ijskap. Dat is zoveel massa dat het plaatselijk de zwaartekracht iets verlaagt. Daardoor wordt er rond Groenland minder zeewater aangetrokken en vindt de sterkste stijging van de zeespiegel, door al dit smeltwater, plaats aan de andere kant van de planeet: in de Stille Oceaan en de Zuidelijke Oceaan.
Als je denkt dat we hierdoor mooi wegkomen, dan moet ik je helaas teleurstellen. Want aan de andere kant van de planeet bevindt zich nog een derde ijskap, die van Antarctica. Deze bevat genoeg ijs om de zeespiegel met bijna 60 meter te doen stijgen – en de verandering in zwaartekracht speelt daar juist in ons nadeel. Bovendien is het hoogst onzeker hoe stabiel de West-Antarctische ijskap deze eeuw nog zal blijven, waardoor het mogelijk is dat huidige voorspellingen van zeespiegelstijging flink onderschat zijn.
Eén ding is wel zeker: zolang de opwarming van de aarde doorgaat zal er meer ijs blijven smelten. Gaan we dit op tijd stoppen voordat het water tot aan onze lippen staat?
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 28 augustus 2020