O dennenboom - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 20 december 2019
We redden het klimaat niet door op Groenland bomen te planten.
O dennenboom
Op de mislukte klimaattop in Madrid werd het weer eens overduidelijk dat de internationale klimaatpolitiek geheel disfunctioneel is. Na 25 klimaattoppen stijgt de mondiale uitstoot nog steeds, terwijl die met minstens 7% per jaar omlaag moet om een opwarming van 1.5 graden nog te vermijden – zoals de Wereld Meteorologische Organisatie voorafgaand aan de klimaattop meldde.
Het grootste probleem bij de onderhandelingen was overigens niet dat landen dwarslagen omdat ze klimaatverandering ontkennen. Nee, dat is tegenwoordig een uitzondering. Het is veel simpeler: terwijl iedereen zijn mond vol heeft over het redden van ons klimaat, is er niemand die voor de kosten wil opdraaien. Op zoek naar goedkope ideeën wordt daarom vaak het massaal aanplanten van bomen als panacee voor al onze problemen gepresenteerd. Een bos neemt CO₂ op zonder dat je ernaar hoeft om te kijken, en tegelijkertijd kan je het verkopen als natuurherstel. Vorige week kondigde de EU juist dit aan als een belangrijk onderdeel van de "European Green Deal". Als de extra houtproductie gebruikt kan worden voor milieuvriendelijke oplossingen zoals bijvoorbeeld biobrandstof, dan kan er zelfs winst gemaakt worden. Een mooiere groene toekomst kan je je niet voorstelen, toch?
Klimaatverandering verschuift de boomgrens omhoog, dus meer bomen planten in Noorwegen heeft weinig zin als klimaatmaatregel
Het klimaatpotentieel van bomen planten lijkt inderdaad enorm. Een studie in het wetenschappelijke tijdschrift Science afgelopen zomer beweerde dat nieuw bos een kwart van alle CO₂ die nu in de atmosfeer aanwezig is zou kunnen vastleggen. Helaas bleek de studie een aantal belangrijke zaken over het hoofd gezien te hebben, en het potentieel werd vijf keer te hoog ingeschat. Tientallen prominente wetenschappers leverden onlangs in hetzelfde tijdschrift stevige kritiek op de studie. Ze wezen fijntjes op twee belangrijke pijnpunten die maar al te vaak door de voorstanders van bos als goedkope klimaatmaatregel vergeten worden.
Het maakt namelijk erg veel uit waar je een boom plant, om twee hoofdredenen: sneeuwbedekking en bodemtype. Iedereen die op een zonnige dag op een met sneeuw bedekt veld heeft gestaan weet dat dit oogverblindend is. Maar als je op datzelfde veld een bos aanplant, dan nemen de donkere stammen juist zonlicht op. Dit verschil in weerkaatsing van zonlicht noemen we het albedo effect. Naaldbomen zijn het ergst, aangezien loofbomen tenminste nog hun bladeren verliezen in de winter. Gedurende de donkere winter is het albedo effect geen groot probleem, maar er bestaan ook aanplantprogramma’s op plekken zoals Groenland waar het sneeuwdek tot ver in mei kan duren, wanneer er wel volop zonlicht is. In de bergen en het Noorden van Scandinavië is dit ook het geval. Het planten van een bos kan dan lokaal tot een opwarming leiden die het klimaatvoordeel van de opname van CO₂ tenietdoet.
Het lukraak planten van bomen kan meer kwaad dan goed doen
Maar ook het belangrijkste voordeel van bosaanplanten, de CO₂-winst, gaat niet overal op. Er bevindt zich veel meer koolstof in de bodems van de wereld dan alle bomen bij elkaar. Veengebieden hebben bijzonder koolstofrijke bodems maar in het verleden zijn velen hiervan gedraineerd om bossen te kunnen planten. Als men dit doet, komt er veel CO₂ uit de bodem vrij, in plaats van dat die opgevangen wordt. Ook bij graslanden of heidevelden kan het planten van een bos de balans tussen bodem en atmosfeer negatief beïnvloeden. Dit zijn bovendien unieke ecosystemen die essentieel zijn om het verlies aan biodiversiteit te stoppen. Het is daarom een veel beter idee om de natuur die we al hebben beter te beschermen, dan die te vervangen met een bos dat we niet nodig hebben.
Want het gaat het al erg goed met het bos in Europa, en Noorwegen is geen uitzondering. Gerekend in volume, zijn er drie keer zoveel bomen in Noorwegen dan een eeuw geleden. Door een grote vraag naar hout waren veel bossen toen uitgedund, en daarom zijn er in het midden van de 20e eeuw al heel veel bomen aangeplant. Nu, tientallen jaren later, nemen die nog steeds in omvang toe. Tegenwoordig speelt de opwarming van de aarde ook een rol. Daardoor gaat de boomgrens in de bergen omhoog, waardoor menig huteigenaar door de bomen het uitzicht niet meer ziet. Nee, aan bomen hebben we geen gebrek.
Bomen kunnen een bescheiden bijdrage leveren aan het oplossen van onze klimaatproblemen, maar ze lukraak planten kan juist meer kwaad dan goed doen. Bovendien kan een misleidende voorstelling van bos als ultieme klimaatoplossing ook averechts uitpakken – wanneer dit misbruikt wordt als een vrijbrief om de fossiele uitstoot nog niet terug te hoeven dringen. Want uiteindelijk ligt daar de oplossing van het klimaatprobleem: dat we het bij de wortel aanpakken.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 20 december 2019