Onderzoeksklimaat - Frans-Jan W. Parmentier

Klassekampen, 17 maart 2017
Klimaatwetenschap wordt niet alleen door Donald Trump bedreigd.
Onderzoeksklimaat
Vorige week was ik op een meeting in Seattle, waar ik samen met klimaatwetenschappers uit Europa en de VS mij boog over de vraag hoeveel methaan er uit de permafrost in het poolgebied vrijkomt. Onder deze groep waren ook wetenschappers van NASA en NOAA, instituten die nu onder vuur liggen door Trump en de zijnen. Dat bleek ook aan het einde van de meeting, toen ik op het nieuws zag dat Scott Pruitt, het huidige hoofd van de Environmental Protection Agency, gezegd had dat wetenschappers het er niet over eens zouden zijn dat CO₂ de hoofdveroorzaker van klimaatverandering is.
Besef hoe bizar deze situatie is: de man die nu het hoofd van dit federale milieuagentschap is, nota bene opgericht door Nixon, gelooft zijn eigen werknemers niet. Die hadden hem kunnen vertellen dat vrijwel alle wetenschappers het er wel over eens zijn dat CO₂ de hoofdoorzaak is. Of hij had het op de website van zijn eigen agentschap kunnen opzoeken. Althans, zolang het daar nog op mag blijven staan van de huidige Amerikaanse regering.
Trumps anti-wetenschappelijke beleid komt bovenop een al slechte situatie in de wetenschap, wat kan leiden tot een verloren generatie. Op de foto een protest tegen Trump in Boston
Lopend door Seattle zag ik veel protestposters die tegen Trump gericht waren. En ik had eigenlijk verwacht dat de immense omslag in Washington ook tijdens de meeting informeel besproken zou worden. Maar ondanks de weinig rooskleurige toekomst voor de klimaatwetenschap onder de huidige Amerikaanse regering, werd er weinig aan Trump gerefereerd door de wetenschappers die ik daar ontmoette. Men vermeed het onderwerp, en ging door met de wetenschap zoals we altijd doen. Het is natuurlijk niet fijn om er over na te moeten denken dat alles waar je je hele leven aan hebt gewerkt door een enkele pennenstreek in de vorm van een presidentieel decreet van tafel geveegd kan worden.
Wat dat betreft zat ik zelf ook met een decreet in mijn maag. Had ik wel naar die meeting moeten gaan in de VS? Het weekend ervoor had Trump zijn nieuwe inreisverbod voor immigranten en asielzoekers uit zes islamitische landen ondertekend. Toen de eerste ban in werking werd gesteld, waren er veel wetenschappers die tot een boycot opriepen van Amerikaanse wetenschappelijke conferenties. Niet meer heen gaan, zolang onze collega’s uit moslimlanden ook niet mogen langs komen.
Het lijkt me een geschenk uit de hemel voor Trump. Verbied hij moslims om het land binnen te komen, voorkomt hij tegelijk dat kritisch denkende (klimaat)wetenschappers zijn land in willen. Twee vliegen in één klap. Bovendien: voortaan meetings buiten de VS houden is ook geen oplossing, zolang moslims die in de VS wonen niet langs durven te komen omdat ze niet weten of ze daarna weer terug mogen.
Zoals duidelijk mag zijn, ging ik uiteindelijk wel. Maar niet alleen vanwege het principe om de klimaatwetenschap in de VS niet nog meer tegen te werken. Ik heb simpelweg niet de luxe om weg te blijven. Want jonge wetenschappers, zoals ik, leiden ook in Noorwegen, en in de rest van Europa, een zeer onzeker bestaan – zonder dat daar een populist voor nodig is die vijandig staat tegenover de wetenschap.
Een academische boycott lijkt me een geschenk uit de hemel voor Trump
Als wetenschapper in de beginfase van je carrière leef je van project tot project. Dat kan betekenen dat je het ene jaar voor de ene universiteit werkt, totdat het geld op is, en dan ergens anders aan de slag moet. ‘Mobiliteit’ heet dat dan. Maar voor mij, en vele collega’s met mij, betekent het vooral onzekerheid. Heb je een paar keer pech met het binnenhalen van onderzoeksgeld, moet je spullen weer pakken en verhuizen. Niet zelden naar een ander land.
Als je geluk hebt, en onderzoeksgeld binnen haalt, zit je in ieder geval voor 3 of 4 jaar weer goed. Maar de concurrentie daarvoor is moordend. Je moet dus opvallen, en een bekend gezicht worden binnen het vakgebied. Dus naar meetings gaan, praatjes houden, en uiteraard veel publiceren. Het nijpende gebrek aan vaste contracten jaagt veel getalenteerde mensen de wetenschap uit. Een vaste baan, een vaste woonplek, en tijd voor een gezin zijn vaak belangrijker.
De basissituatie in de wetenschap is dus al amper houdbaar, wat het gevolg is van een negatieve ontwikkeling die al decennia aan de gang is. Tel daar de huidige anti-wetenschappelijke houding van Trump en de zijnen bij op, en het is overduidelijk dat de carrièremogelijkheden van jonge Amerikaanse wetenschappers, zoals degene die ik vorige week sprak, als sneeuw voor de zon verdwijnen. Het is de vraag of zij over een paar jaar überhaupt nog onderzoeksgeld kunnen aanvragen, of dat hun instituut wegbezuinigd is. Als dit lang genoeg doorgaat, leidt dit een verloren generatie onderzoekers en daarmee een gebrek aan nieuwe inzichten.
Het trieste hieraan is dat de planeet de verliezer is van dit alles. Of zoals de Amerikaanse journalist Dan Rather laatst zei: Het wegsnijden van wetenschappelijk onderzoek naar klimaatverandering voorkomt niet dat de aarde opwarmt. Het betekent simpelweg dat we minder weten.
Deze tekst verscheen oorspronkelijk in Klassekampen op 17 maart 2017